Wees een stem en geen echo!
Het is een keer gebeurd… Een vrouw stuurde een brief naar een Amerikaanse schrijver, Dale Carnegie. Hij had over de radio gesproken over Abraham Lincoln en hij had een groot aantal jaartallen verkeerd.
De vrouw was een groot fan van Abraham Lincoln, dus schreef ze een hele boze brief: ‘U moet niet voor de radio gaan spreken over Abraham Lincoln als u de meest elementaire dingen over zijn leven nog niet weet. Dat is gewoon een belediging. Zorg eerst maar dat u goed geïnformeerd bent voordat u een lezing gaat geven.’
Dale Carnegie was een beroemdheid, had veel bestsellers geschreven. Hij was beledigd, hij werd erg kwaad. Dus schreef hij meteen een brief terug, op dezelfde toon, met dezelfde kwaadheid, dezelfde irritatie.
Maar het was al laat en de bediende was naar huis, dus liet hij de brief op de tafel liggen. Hij zou hem de volgende ochtend wel up de bus doen.
Hij keek hij er nog eens naar toen hij hem de volgende ochtend in de envelop stopte. Hij dacht: ‘Dit gaat te ver. Die vrouw heeft zoiets niet geschreven, ze verdient het niet om zoveel kwaadheid van mij te krijgen.’
En in zekere zin was hij ook van mening dat ze wel gelijk had. Dus verscheurde hij de brief en schreef er nog een, die heel anders was. Er zat geen kwaadheid, geen irritatie in, eerder een houding van dankbaarheid dat ze hem bewust had gemaakt van een paar fouten, hij voelde dat hij haar wat verplicht was.
Maar toen bedacht hij: ‘Er is geen haast, als er zoveel kan veranderen in twaalf uur, kan ik nog wel een paar dagen wachten.’
Dus begon hij met een experiment. Hij liet de brief weer op tafel liggen. Tegen de avond las hij hem nog eens en wilde hij weer een paar woorden veranderen. Dat ging zo zeven dagen door. Op de zevende dag was het een liefdesbrief geworden. En Dale Carnegie vertelt dat die vrouw een van de beste vrienden is geworden die hij ooit in zijn leven heeft gehad. Wat zou er gebeurd zijn als de bediende niet was weggegaan en de brief had gepost? Hij zou een vijand hebben gemaakt.
Zoals we leven, leven we vanuit het verleden. Als iemand jou beledigt reageer je onmiddellijk. Die reactie komt voort uit je ervaringen in het verleden…
Bijvoorbeeld, iemand beledigt jou. Zoveel mensen hebben jou in het verleden beledigd, er is een wond in je hart gekomen, al die beledigingen hebben een wond gemaakt. Deze belediging raakt je ook in die wond en daarom reageer je. Die reactie zal niet gerechtvaardigd zijn, want deze man heeft deze wond niet gemaakt. En als de wond wordt aangeraakt wordt de pijn niet echt door zijn belediging veroorzaakt. Die komt van al die beledigingen en de reactie is een opeenstapeling. Die is niet gerechtvaardigd.
Daarom krijgt de ander altijd, als je reageert, het gevoel: ‘Waarom reageer je zo heftig? Ik heb niets gezegd.’
Je weet het ook wel: je bent je er niet van bewust dat je iets tegen iemand hebt gezegd wat hem pijn heeft gedaan en waar hij op reageert. En dan zeg je: ‘Je begrijpt me verkeerd, want ik heb niets gezegd om jou te beledigen. Waarom reageer je zo? Ben je gek geworden?’
Maar dat weet je niet. Hij heeft een wond en als je die wond raakt krijg je heel die pijn naar je toe. Die wond is misschien wel door heel veel mensen gemaakt –onbekende, bekende, niet herinnerd- maar de hele wond wordt over deze persoon uitgestort. Dat is niet gerechtvaardigd.
Wat moet je dan doen als je onmiddellijk reageert? Allereerst het verleden opzij zetten. Kijk op een alerte manier naar die man, zodat je niet door het verleden vertroebeld raakt. Kijk naar wat hij ook gezegd heeft, ontleed het, analyseer het, in het licht van het heden.
En het is beter als je er even mee kan wachten en erop kunt mediteren.
Osho: Vedanta, Seven steps to Samadhi – Discourses on the Akshya Upanishad, pp. 435 – 437.
Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti.
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.