Bidden

Bidden is ondefinieerbaar, want gebed is de geur van liefde. Zelfs liefde is ondefinieerbaar. Liefde is een bloem, tastbaar, je kunt haar zien, je kunt haar aanraken, je kunt haar ruiken, je kunt haar voelen. Je kunt je ogen sluiten en de textuur van de bloem aanraken, de zachtheid ervan, je kunt de schoonheid ervan zien; het is zichtbaar. Maar het gebed is de geur die aan de wind wordt afgegeven, die aan de hemel wordt aangeboden. Het wordt nog ondefinieerbaarder omdat je het niet kunt zien, niet kunt aanraken. Je kunt er alleen een heel subtiele relatie mee hebben, niet een van woorden, niet een van filosofie, niet een van theologie — alleen de stilte van je hart, de volkomen stilte van je hart kan er een kleine glimp van opvangen.

Wat in naam van het gebed gebeurt, is geen gebed; het is vermomd verlangen. Je gaat naar de kerk, de tempel of naar de moskee en je bidt tot God; jouw God is een deel van je verbeelding. Jouw God is niet de ware God; het is een Christelijke God, het is een Hindoeïstische God of het is een Mohammedaanse God. En hoe kan God christelijk, hindoeïstisch of Mohammedaans zijn? Het is een God die jij hebt geschapen, of jouw priesters namens jou. Het is een speeltje, het is niet waar.

Buigen voor een beeld gemaakt door mensen, gemaakt door mensen — en jij denkt dat je aan het bidden bent? Je bent gewoon dom, je toont gewoon totale onwetendheid. Dat standbeeld is gekocht op de markt, en God is geen handelswaar en God kan niet gemaakt worden. Het is God die ons gemaakt heeft — hoe kunnen wij God maken? Maar we aanbidden en bidden tot door mensen gemaakte Goden.

En wat zijn jullie gebeden? Het zijn ook jullie verlangens. Je wilt dit, je wilt dat; je probeert God als middel te gebruiken. Van kinds af aan zijn je bepaalde gebeden voorgehouden en je hebt het allemaal opgeslagen; je bent gedwongen het op te proppen. Het is een gewoonte geworden, een mechanische routine; je blijft het herhalen, maar je hart zit er niet in. Je gebed is een lijk, het ademt niet meer.

Osho: Be Still And Know # 4

 

Veel mensen doen alsof. Ze gaan naar de kerk, naar de tempel, naar de moskee en doen alsof ze God voelen. Hun gevoel is helemaal geen gevoel. In de kerk, de tempel en de moskee zie je tranen in hun ogen stromen. Buiten de tempel kom je die man nooit meer tegen, de man die je in de tempel had gezien. Op de markt zie je hem nooit meer hetzelfde. Dat was slechts een masker: hij deed zijn best om te voelen. Hij was zelfs bereid om te huilen en valse tranen te vergieten, wat je  ‘krokodillentranen’ noemt. Je ziet hem bidden, maar er komt niets uit zijn hart – er is geen vuur in hem, geen passie – het gebed is slechts verbaal. Hij blijft iets herhalen wat hem is opgedragen; het is gewoon papegaaiachtig. Gevoel ontstaat alleen wanneer je leeft in enorme, sobere oprechtheid.

Vergeet het geloof in God; dat is niet nodig. Weet gewoon dat je het niet weet. Dit zou het begin moeten zijn: Ik weet het niet. Misschien is God er, misschien is God er niet; ik moet het onderzoeken.  Maar waar is God te vinden en hoe te vinden? Als God er is, moet Hij ook de God zijn van de bomen en de vogels en de dieren, niet alleen van de mens. 

Osho: The Beloved Vol 2 # 4