Alice in verwarring

‘Dit’ en ‘dat’: de twee domeinen van het bestaan.

Alice ging naar Wonderland en ze was gewoon in verwarring. Er kwam een paard aan dat plotseling in een koe veranderde, net zoals dat in dromen gebeurt. In een droom maak je nooit ergens bezwaar tegen. Heb je ooit bezwaar gemaakt? Je ziet iets en plotseling verandert dat zonder enige reden. In de droomwereld bestaat er geen causaliteit. Een paard kan een koe worden en je vraagt je nooit af hoe of waarom dat zo gekomen is.
Niemand vraagt zich in dromen iets af, je kunt je niets afvragen. Als je je iets afvraagt verbreek je de slaap. Maar de twijfel komt nooit omhoog. Waarom niet? Als een paard plotseling een koe wordt terwijl je op straat loopt, je vrouw of je man plotseling een hond wordt, kun je dat niet aannemen. De mind krijgt dat onmogelijk voor elkaar. Maar in een droom neem je dat zonder enige aarzeling aan, zonder te twijfelen, zonder vragen te stellen.
Waarom? In een droom werken de logische categorieën niet. Het ‘waarom’ is afwezig, de twijfel is afwezig, de gelabelde wereld is afwezig. Daarom kan een paard werkelijk een koe worden en worden er geen vragen gesteld. Het paard kan stromen en een koe worden. Het is een vloeibare wereld.

Dus was Alice in dat Wonderland gewoon in verwarring. 
Alles stroomt over in al het andere, wat dan ook. Dus ze vroeg aan de Koningin: ‘Wat is dit? Waarom veranderen de dingen? En hoe kan ik hier functioneren? Want je kunt niets voor lief nemen, niets! Alles kan alles worden en dat kan elk moment gebeuren. Je kunt niets voor lief nemen, hoe ik hier dan functioneren?’
De Koningin zei: ‘Dit is een levende wereld. Ze is niet dood. Jij komt van een dode wereld, daarom vind jij het moeilijk. Hier zijn de dingen levend, A kan B worden. Er zijn hier geen vaste categorieën, helemaal geen categorieën. Alles is gewoon vloeibaar en stroomt in al het andere over.’

De Indiase metafysica verdeelt het bestaan in twee domeinen. Het ene is ‘dit’, dat wat je aan kunt wijzen. En de andere is ‘dat’, dat wat voorbij dit gaat, wat je niet aan kunt wijzen.
Het Sanskriet woord voor waarheid is satyaDit Sanskriet woord is veelzeggend en erg mooi. Het is een combinatie van twee woorden: sat en tat. Sat betekent ‘dit’ en tat betekent ‘dat’Satya betekent ‘dit plus dat is waarheid.’ Daarom moeten we eerst begrijpen wat ‘dit’ is en wat ‘dat’ is.
Dat wat je kunt zien, dat wat je kunt begrijpen, dat wat je kunt bevatten, dat wat je aan kunt wijzen, uit kunt vogelen, dat wat je kunt laten zien, dat wat je kunt zien, hoort allemaal bij ‘dit’.
Dat wat je niet kunt zien, maar er toch is, dat wat je niet kunt bevatten, maar er toch is, dat wat je niet kunt beschouwen, maar er toch is, behoort bij ‘dat’.
Dus ‘dit’ betekent het bekende en het kenbare en ‘dat’ betekent het onbekende en het onkenbare. Het bekende en het onbekende is de waarheid: ‘dit’ plus ‘dat’ is satya
‘Dit is de gelabelde wereld en ‘dat’ is de niet gelabelde.
‘Dit’ is het domein van de mind: categorieën, denken, logica, mathematica, berekening.
‘Dat’ is een mysterie.

 Osho, The Ultimate Alchemy – Discourses on the Atma Pooja Upanishad, Volume 1, page 287 and pp. 295 – 296.

Uit de serie 1001 verhalen, verzameld door Shanti. 
Eerder verschenen in het Engels in Osho News, www.oshonews.com.   
Afbeelding:

https://de.dhgate.com/product/custom-photo-silk-3d-wallpaper-for-walls/389056778.html