Achterdocht en vertrouwen

Deze weken staan in het teken van de soefi’s. Osho bespreekt de poëzie van de Perzische mystieke dichter Hakim Sanai. Vorige afleveringen hiervan zijn te vinden op Unio Mystica.

De tweede vraag:
Ik ben erg achterdochtig naar mijn vrouw toe, hoewel ik weet dat ze onschuldig is. Wat kan ik doen om mijn achterdocht te laten verdwijnen?

Er moet iets in je zijn dat je echt wantrouwt. Als je jezelf niet kunt vertrouwen, kun je je vrouw of wie dan ook niet vertrouwen. Als je jezelf wantrouwt, zul je je wantrouwen projecteren op de mensen om je heen. De dief denkt dat iedereen een dief is. Dat is normaal, want hij kent zichzelf en dat is de enige manier waarop hij anderen kan kennen.


Wat je over anderen denkt, is in feite een uiting van wat je over jezelf denkt. Je weet dat je iets zult gaan doen als je vrouw je niet voortdurend in de gaten houdt. Je zult met sommige vrouwen gaan flirten – dat weet je. Vandaar de angst: ‘Als ik op kantoor ben, wie weet, is mijn vrouw misschien aan het flirten met de buren.’ Je weet heel goed wat je doet met je secretaresse; dat schept het probleem.
Daarom zeg je: ‘Hoewel ik weet dat mijn vrouw onschuldig is, ben ik toch achterdochtig.’ Je zult achterdochtig blijven totdat er iets in je zakt. De vraag gaat niet over je vrouw; alle vragen die opkomen gaan eigenlijk over jou.

Een handelsreiziger ging op weg voor een kort reisje, maar bleef weg. Om de paar weken stuurde hij zijn vrouw een telegram met de boodschap: ‘Ik kan niet thuis komen, ik ben nog steeds aan het kopen.’ Elk telegram was hetzelfde: ‘Kan niet thuiskomen, nog steeds aan het kopen.’
Dit ging drie of vier maanden zo door, toen zijn vrouw hem uiteindelijk een telegram stuurde met de woorden: ‘Kom maar naar huis, ik verkoop wat jij koopt!’

Zo gaat dat in het leven.

Het katerige stel praatte over het wilde feest dat ze de avond ervoor hadden gehouden.
‘Schat, dit is nogal gênant,’ zei de man, ‘maar was jij het met wie ik gisteravond in de bibliotheek heb liggen vrijen?’
Zijn vrouw keek hem nadenkend aan en vroeg: ‘Hoe laat ongeveer?’

Het fundamentele wantrouwen moet over jezelf gaan. Je wantrouwt jezelf: misschien verdring je te veel? En wanneer iemand iets in zichzelf onderdrukt, begint hij het op anderen te projecteren.
Het gebeurt bijna altijd dat de man die een moordinstinct in zich heeft, altijd bang is dat anderen van plan zijn hem te vermoorden; hij wordt paranoïde. De persoon die erg gewelddadig is, is altijd bang: ‘Andere mensen zijn erg gewelddadig en ik moet constant op mijn hoede zijn.’
Omdat mensen zichzelf niet vertrouwen, kunnen ze ook niemand anders vertrouwen – vrouw, vriend, vader, moeder, zoon, dochter. Mensen leven in chronische achterdocht. Maar de basisoorzaak is dat je niet in staat bent geweest om je feitelijkheid te accepteren.

Ik wil dat je overdenkt wat ik net tegen Ashoka zei. Accepteer wat je bent: in die acceptatie zul je ook anderen accepteren. En ja, het is wel mogelijk dat je soms geïnteresseerd raakt als je een vrouw ziet. Niets is onmogelijk, je vrouw kan ook geïnteresseerd raken in een of andere man. Maar als je jezelf begrijpt en accepteert, zul je je vrouw ook accepteren.
Als je dit kunt accepteren, dat ‘ik me soms aangetrokken voel tot een vrouw’, dan is er niets aan de hand, dan kan je vrouw zich ook aangetrokken voelen tot een man. Maar als je het in je eigen wezen verwerpt, als je het in je eigen wezen veroordeelt, zul je het ook in andermans wezen veroordelen.
Mijn criterium voor een heilige is iemand die in staat is om alles en iedereen te vergeven, omdat hij zichzelf kent. Maar jullie heiligen zijn niet in staat om te vergeven. Jullie heiligen gaan door met het uitvinden van steeds meer technologisch perfecte hellen. Waarom? Ze hebben zichzelf nog niet kunnen accepteren.

Meer: Osho Unio Mystica Vol. 1 #8 deel 2

Image by Mabel Amber from Pixabay