Apotheek voor de ziel

1
In een andere versnelling overschakelen
1
Geluidsadvies
1
Van het hoofd naar het hart
1
Pas op voor het ‘nee’
1
‘Aum’ chanten

In een andere versnelling overschakelen

We zouden voortdurend verandering in onze werkzaamheden moeten brengen, omdat het brein vele centra heeft. Om een voorbeeld te noemen, als je met wiskunde bezig bent, functioneert een bepaald gedeelte van het brein en de overige delen zijn in rust. Daarna lees je poëzie – dan rust het gedeelte dat tijdens de wiskunde bezig was en treedt een ander deel in werking.

Reden waarom we op universiteiten en scholen om de veertig of vijfenveertig minuten van les veranderen, omdat elk hersencentrum het vermogen heeft om veertig minuten te functioneren. Dan voelt het vermoeidheid en heeft het rust nodig, en de beste rust bestaat uit verandering van werk, zodat een ander centrum begint te functioneren en we kunnen ontspannen. Dus is voortdurende verandering heel erg goed; het verrijkt je.

Gewoonlijk doe je iets waarvan de mind bezeten raakt; je stort je erop als een gek. Dat is nu juist slecht; je moet je er al doende niet in die mate door in beslag laten nemen. Ga erin op, maar blijf altijd een meester; anders word je een slaaf en slavernij is niet goed.
Zelfs de slaaf zijn van meditatie is niet goed. Als je niet kunt ophouden een bepaald iets te doen, of je stopt niet dan met tegenzin, toont dat simpelweg dat je niet weet hoe je in de mind moet overschakelen.

Doe daarom als volgt: Steeds wanneer je ergens mee bezig bent – je zit bijvoorbeeld te mediteren en nu wil je wat anders gaan doen – en je bent gestopt met mediteren, doe dan de uitademing eenvoudigweg vijf minuten lang zo diep als je kunt. Laat het lichaam de inademing doen; jíj moet niet inademen. Je moet het gevoel hebben dat je er alles uitgooit wat in de mind, in het lichaam en in de rest van je gestel aanwezig was. Doe dit niet meer dan vijf minuten, begin dan met een ander karweitje.

Je voelt onmiddellijk dat je veranderd bent. Je hebt het nodig om vijf minuten in de neutrale stand te verkeren. Als je in een auto van versnelling verandert, moet de pook eerst naar de vrijstand – zelfs al is het maar een fractie van een seconde, hij moet er doorheen. Hoe efficiënter de rijder, zoveel sneller kan hij uit de neutrale stand doorschakelen. Gun dus vijf minuten aan die neutrale stand waarin je helemaal met niets bezig bent – alleen met ademhaling, alleen maar met zijn. Langzamerhand kun je dan de tijdsduur gaan verminderen. Na een maand doe je het nog maar vier minuten; na twee maanden nog maar drie minuten, enzovoort.

Van lieverlee komt er een punt waarop één uitademing genoeg is en je hebt het werk afgerond – het is gedaan, er staat een punt achter – dan kun je met ander werk beginnen.

Osho: Apotheek voor de ziel, p. 53-55.

Image by Gordon Johnson from Pixabay

Geluidsadvies

Net als in iedereen klinkt er in jouw binnenste een voortdurend gelukzalig geluid. Om het te horen, hoeven we alleen maar stil te zijn. Doordat het hoofd te rumoerig is, kan het dat stille stemmetje van het hart niet horen, en het ís een heel klein, stil stemmetje. Tenzij alles rustig is hoor je het nooit, maar het is de schakel tussen jou en het bestaan. Als je het eenmaal gehoord hebt, weet je waar je met het bestaan verbonden bent, wat de schakel met en de brug naar het bestaan vormt. Als je het eenmaal gehoord hebt, wordt het heel gemakkelijk erin binnen te gaan. Dan kun je je erop concentreren en er gemakkelijk in binnenglippen. En steeds wanneer je erin binnengaat, brengt het je verjonging; het verschaft je geweldige kracht en het maakt je steeds opnieuw levendig.

Als iemand keer op keer dit innerlijke geluid kan binnengaan, verliest hij nooit het spoor van het goddelijke; hij kan in de wereld leven en met het goddelijke in verbinding blijven. Langzaam maar zeker leer je het kneepje en dan zul je het geluid zelfs op het marktplein blijven horen. Weet je eenmaal van het bestaan ervan, dan is het niet moeilijk om te horen. Al het lawaai van de wereld kan je dan het horen niet belemmeren. Het probleem zit hem alleen in die allereerste keer, doordat je niet weet waar of wat het is en hoe je het moet toelaten.

Al wat daarvoor nodig is, is stiller en stiller te worden.
Ga stil zitten. Wanneer je maar tijd kunt vrijmaken, al is het dagelijks een enkel uurtje, doe dan niets – ga zitten luisteren. Luister naar de geluiden om je heen, zonder bepaald doel, zonder hun betekenis te duiden. Luister alleen zonder enige reden. Er is een geluid, dus moet je luisteren. Langzaamaan valt de mind stil. Het geluid laat zich horen, maar de mind interpreteert het niet langer – geeft niet langer een waardeoordeel en denkt er niet langer over na.

Eensklaps verandert de Gestalt. Als de mind stil is, terwijl je luistert naar het geluid buiten, is er plotseling een nieuw geluid te horen, dat niet van buiten maar van binnen komt. Heb je dat eenmaal gehoord, dan heb je de draad in handen. Die draad hoef je enkel en alleen te volgen, ga er dieper en dieper in. Er is een heel diepe bron in je wezen, en zij die daarin weten binnen te gaan, leven in een volkomen andere wereld, in een afzonderlijke werkelijkheid.

Osho: Apotheek voor de ziel, p. 51-53.

Image by Petra from Pixabay.

Van het hoofd naar het hart

Voelen is het echte leven. Denken is onecht omdat het altijd betekent denken óver; het is nooit de zaak zelf. Het is niet het nadenken over de wijn wat je dronken maakt, het is de wijn. Je kunt over wijn blijven nadenken, maar door alleen maar na te denken over wijn, raak je nooit dronken. Wijn moet je drinken, en het drinken gebeurt door voelen.
Denken is een pseudo-activiteit, een surrogaat-activiteit. Het geeft je een vals gevoel dat er iets gebeurt, maar er gebeurt niets. Dus wissel van denken naar voelen, en de beste manier om dat te doen is om te beginnen te ademen vanuit je hart.


Adem overdag, zo vaak als je eraan denkt, met diepe teugen in. Voel hoe die precies het midden van de borst raakt. Voel dat het is alsof het hele bestaan zich in je uitstort, op de plaats van je hartcentrum. Het verschilt per persoon; gewoonlijk neigt het naar de rechterkant. Het heeft niets uitstaande met het fysieke hart. Het is heel iets anders, het hoort bij het etherische lichaam.

Haal diep adem en doe dat steeds minstens vijf maal met diepe teugen. Haal de lucht in en vul het hart. Voel het precies in het midden, dat het bestaan zich door het hart in je uitstort. Vitaliteit, leven, het goddelijke, natuur – alles stort zich in je uit.
Adem dan eveneens vanuit het hart diep uit, en voel dat je alles wat je gegeven is weer terugstort in het goddelijke, in het bestaan.
Doe het overdag vele malen, maar als je het doet, doe dan vijf ademhalingen ineens. Dat helpt je om te schakelen van het hoofd naar het hart.

Je wordt meer en meer gevoelig, meer en meer word je vele dingen gewaar, waarvan je je niet bewust bent geweest. Je gaat meer ruiken, meer proeven, je tastzin verbetert. Je gaat meer zien en horen; alles zal intens worden. Ga dus van het hoofd naar het hart en al je zintuigen worden plotseling helder. Je gaat het leven werkelijk in je voelen pulseren, gereed om op te springen en te stromen.

Osho: Apotheek voor de ziel, p.50-51.

Image by rony michaud from Pixabay.

 

Pas op voor het ‘nee’

De mind functioneert altijd negatief. Het hele functioneren van de mind bestaat uit ontkennen, uit nee zeggen. Let eens op hoe vaak je per dag nee zegt, en breng dat aantal omlaag. Kijk hoe vaak je ja zegt – verhoog dat aantal.
Langzaamaan ga je een lichte verandering zien in de mate waarin je ja en nee zegt,
en je persoonlijkheid ondergaat een fundamentele verandering.

Bekijk hoe vaak je nee zegt waar ja gemakkelijker geweest zou zijn, waar het helemaal niet nodig was om nee te zeggen… Hoe vaak zou je ja hebben kunnen zeggen, maar of je zei nee of je hield je mond.
Steeds wanneer je ja zegt, gaat dat tegen je ego in. Het ego kan geen ja verkroppen;
het voedt zich met nee en nog eens nee. Zeg ‘nee, nee, nee!’ en een groot ego steekt binnenin je de kop op.

Ga maar eens naar het spoorwegstation. Ook al ben je de enige aan het loket die een kaartje wil kopen, de beambte moet iets doen, hij bekijkt je niet. Hij probeert nee te zeggen. Op zijn minst laat hij je wachten. Hij doet net alsof hij het razend druk heeft, hij kijkt in dit register en in dat bestand… Hij dwingt je te wachten. Dat verschaft hem een gevoel van macht, het gevoel dat hij niet zomaar een kantoorbediende is – hij kan iedereen laten wachten.

Het eerste wat je te binnenschiet is ‘nee’. ‘Ja’ is bijna moeilijk. Je zegt alleen maar ja als je je absoluut hulpeloos voelt en je niet anders kunt. Ga er eens op letten! Maak van jezelf een jazegger; laat het nee zeggen vallen, want het is het gif van ‘nee’ waarmee het ego zich voedt, waarmee het in zijn onderhoud voorziet.

Osho: Apotheek voor de ziel, p. 49-50.

Image by Alexa from Pixabay 

‘Aum’ chanten

Telkens wanneer je het gevoel hebt dat er te veel storing om je heen is, of als je mind te veel wordt afgeleid, chant dan ‘aum.’ Maak er een punt van zowel in de ochtend als in de avond twintig minuten in een gemakkelijke houding stil te zitten, de blik met half geopende ogen enkel naar omlaag gericht. Haal langzaam adem, het lichaam blijft onbeweeglijk.

Begin in jezelf ‘aum’ te chanten; het is niet nodig het naar buiten te brengen. Met gesloten lippen zal het doordringender zijn; zelfs de tong moet niet bewegen. Herhaal ‘aum’ vlug – ‘aum aum aum aum’… vlug en luid maar in je binnenste. Voel dat het over je hele lichaam vibreert, van top tot teen, van je hoofd tot aan je voeten.

Elk ‘aum’ valt als een kei, die in een poel geworpen wordt, in je bewustzijn. Er komen golfjes die zich tot in alle hoeken verspreiden. De golfjes blijven zich uitbreiden en beroeren het hele lichaam.


Wanneer je dit doet zijn er momenten – en dat zijn de allermooiste ogenblikken – dat je niets herhaalt en dat alles gestopt is. Plotseling merk je dat je niet meer aan het chanten bent en dat alles tot stilstand is gekomen. Geniet ervan. Komen er weer gedachten aan, begin dan weer met chanten.

Als je het ‘s avonds doet, moet je het minstens twee uur voor het slapen gaan doen. Want anders, als je het net voor het naar bed gaan doet, kun je de slaap niet vatten doordat het je zo verkwikt dat je daar helemaal geen zin in hebt. Je voelt je als vroeg in de morgen wanneer je goed uitgerust bent, dus wat is dan het nut van slapen?

Doe het vlug, maar vind je eigen tempo. Na drie tot vier dagen heb je uitgevonden wat voor jou geschikt is. Enkele mensen hebben er baat bij het heel vlug te doen – ‘aum aum aum’, zodat de woorden elkaar bijna overlappen. Voor weer anderen is het goed om het heel langzaam te doen. Dus het hangt helemaal van jou af.
Wat goed aanvoelt, ga daar mee door.

Osho: Apotheek voor de ziel p. 47-49.

De mind veranderen

Telkens wanneer je een patroon van de mind dat tot heel oude gewoonte is verworden, wilt wijzigen, is ademhaling daarvoor de aangewezen weg. Alle gewoonten van de mind zijn gerelateerd aan het ademhalingspatroon. Verander het ademhalingspatroon en de mind wijzigt zich onmiddellijk, op hetzelfde ogenblik. Probeer maar!

Zodra je merkt dat er een oordeel opkomt en je in een oude gewoonte vervalt, adem dan onmiddellijk uit – alsof je het oordeel er met die uitademing uitgooit. Adem diep uit, terwijl je de buik intrekt, en bij het eruitgooien van de lucht, voel of stel je je voor dat het hele oordeel eruit wordt gegooid. Haal dan heel diep twee of drie maal frisse lucht naar binnen.

Kijk wat er gebeurt. Je voelt een complete frisheid. De oude gewoonte is niet in staat geweest bezit van je te nemen. Begin dus met uitademen, niet met inademen. Als je iets in je wilt opnemen, begin dan met inademen. Als je iets eruit wilt gooien, begin je met uitademen. Bekijk hoe de mind onmiddellijk wordt beïnvloed. Je ziet onmiddellijk dat de mind een andere wending heeft genomen; er is een nieuwe bries gaan waaien. Je zit niet meer in dezelfde groef, dus je herhaalt de oude gewoonte niet.

Dit geldt voor alle gewoonten. Bijvoorbeeld, als je een roker bent en je krijgt de aandrang om te roken terwijl je dat niet wilt, adem dan onmiddellijk diep uit en drijf de neiging naar buiten. Adem frisse lucht in en je zult onmiddellijk zien dat de neiging is verdwenen. Dit kan een heel erg belangrijk stuk gereedschap worden voor innerlijke verandering.

Osho: Apotheek voor de ziel, p.46-47.

Image by yeison bueno from Pixabay 

Geniet van de mind

Probeer niet de mind te stoppen. Hij is een heel natuurlijk onderdeel van je; je zou gek worden als je hem probeert stop te zetten. Het is net zoiets als een boom die moeite doet om het gebladerte tegen te houden; dan wordt de boom gek. De bladeren horen bij zijn natuur. Dus punt een is: probeer niet je denken tot stilstand te brengen; het is volkomen in orde.


Punt twee: niet-stoppen alleen is niet genoeg; het tweede is dat je je ermee moet amuseren. Speel ermee. Het is een prachtig spelletje. Ermee spelen, ervan genieten, hem verwelkomen – door dat alles word je er steeds meer alert op, begin je hem meer gewaar te worden. Maar dat je ervan bewust worden gaat zeker niet rechtstreeks; je ervan bewust worden is niet een inspanning. Als je dat probeert, zal de mind je afleiden en word je kwaad op hem. Je hebt het gevoel dat het een lelijke mind is die aan een stuk door kletst, terwijl jij stil wilt zijn en hij staat je dat niet toe; dan krijg je vijandige gevoelens voor de mind.
Dat is verkeerd; dat betekent jezelf in twee delen opsplitsen. Dan worden jij en je mind twee, en daar komt onenigheid en wrijving van. Alle wrijving is suïcidaal, omdat het jouw energie is die nodeloos wordt verspild. We hebben niet zoveel dat we onze energie kunnen verspillen aan vechten met onszelf. Diezelfde energie moet aan vreugde worden besteed.

Maak daarom een begin met genieten van het gedachteproces. Let eens op genuanceerde gedachten, de wendingen die ze maken, hoe het een tot het ander leidt, hoe de gedachten in elkaar haken en verstrikt raken. Het is werkelijk een wonder om te aanschouwen! Een enkele onbeduidende gedachte kan je naar de verste verten brengen, en als je het goed bekijkt zie je niet waar het vandaan kwam.

Geniet ervan, laat het een spelletje zijn. Speel het opzettelijk en dan sta je versteld, soms vind je mooie pauzes alleen maar door er plezier in te hebben. Plotseling merk je dat een hond blaft en er niets in je gedachten opkomt, er begint geen aaneenschakeling van gedachten. De hond blijft blaffen, jij blijft luisteren en er komen geen gedachten op. Kleine leemten ontstaan er… maar je moet ze niet voortbrengen. Ze komen op eigen houtje, en als ze komen, zijn ze mooi. In die kleine hiaten begin je de waarnemer gade te slaan – en dat is natuurlijk. Dan komen de gedachten weer op gang en jij hebt er schik in. Ga kalm door, doe het rustig aan. Gewaarzijn ontstaat dan bij je, maar het komt niet rechtstreeks tot je. Gedachten gadeslaan, er plezier aan beleven, gedachten zien komen en gaan, is net zo mooi als de zee met zijn ontelbare golven aanschouwen. Dit vormt ook een zee en de gedachten zijn golven. Mensen gaan wel van de golven in de oceaan genieten, maar ze genieten niet van de golven in hun bewustzijn.

Osho: Apotheek voor de ziel p. 44-46.

Image by Christel SAGNIEZ from Pixabay.

De mind beteugelen en (zo nu en dan) eruit springen

Dit is de introductie tot hoofdstuk 2 van ‘De Apotheek voor de ziel’:
Middeltjes voor het hoofd. 


Diagnose

De mind is simpelweg een biocomputer. Als een kind geboren wordt, heeft het geen denkwereld; het hoort geen geklets in zijn hoofd. Het duurt ongeveer drie tot vier jaar voordat dat mechanisme begint te functione- ren. En je zult merken dat meisjes eerder beginnen te praten dan jongens. Ze zijn grotere kletskousen! Ze bezitten een biocomputer van betere kwaliteit.
Deze moet met informatie gevoed worden. Dat verklaart dat als je probeert je je leven van achteren naar voren te herinneren, en je bent een man, je onge- veer op de leeftijd van vier jaar blijft steken, of als je een vrouw bent op de leeftijd van drie jaar.
Verder terug vind je een onbeschreven blad. Je bestond wel; er moet heel wat gebeurd zijn, er moet van alles en nog wat zijn voorgevallen, maar het schijnt dat er geen herinnering is vastgelegd, dus je hebt er geen weet meer van. Maar tot aan de leeftijd van vier of drie kun je je alles heel duidelijk voor de geest halen.

De mind krijgt zijn gegevens van de ouders, op school, van andere kinderen, van buren, van verwanten, maatschappij, kerken… overal rondom zijn er bronnen. En het zal je wel bij kleine kinderen zijn opgevallen dat als ze voor het eerst gaan praten, zij hetzelfde woord steeds maar blijven herhalen. Het is de vreugde over de beginfase van het functioneren van een nieuw mechanisme.
Als ze zinnen kunnen maken, doen ze dat keer op keer zo uitgelaten van vreugde. Wanneer ze vragen kunnen gaan stellen, vragen ze over van alles en ie- dereen. Maar jouw antwoorden interesseren hen niet, onthoud dat goed! Let op, een kind dat een vraag stelt is niet geïnteresseerd in je antwoord, dus geef hem alsjeblieft geen lang antwoord uit de Winkler Prins. Het kind heeft geen belangstelling voor je antwoord; het heeft er simpelweg schik in dat het vragen kan stellen. Een nieuw vermogen is er in hem ontstaan.

En zo gaat hij verder met verzamelen; vervolgens leert hij lezen… nog meer woorden. En in deze samenleving levert stilte niets op. Woorden leveren wel wat op, en hoe beter je een woordje kunt meespreken, hoe meer je gaat verdienen. Wat zijn jullie leiders? Wat zijn jullie politici? Wat jullie professoren, jullie priesters, theologen, filosofen, in één woord samen- gevat? Ze zijn zeer welbespraakt. Zij weten hoe ze van woorden gebruik moeten maken op een betekenisvolle, significante, samenhangende wijze, om indruk op de mensen te kunnen maken.
Er wordt maar zelden bij stilgestaan dat onze hele samenleving door welbespraakte mensen wordt gedomineerd. Het is heel goed mogelijk dat ze niets weten; ze zijn misschien niet verstandig, best mogelijk dat ze zelfs niet intelligent zijn. Eén ding is echter zeker: zij weten hoe ze met woorden moeten spelen. Het is een spel en dat hebben ze geleerd. En het levert achting, geld en macht op – in elk opzicht. Dus iedereen legt zich daarop toe, en de mind wordt met veel woorden, vele gedachten volgestopt.

Iedere computer kan aan of uitgeschakeld worden – maar de mind kun je niet uitschakelen. Het knopje bestaat niet. Er is geen bewijs dat, toen God de wereld en de mens schiep, hij ook een schakelaartje voor de mind aanbracht zodat je die zou kunnen aan- of uitschakelen. Een dergelijk knopje is er niet, dus van de wieg tot het graf gaat het denken door.
Je zult ervan opkijken dat de mensen die van computers en van het menselijke brein verstand hebben, een heel vreemd idee koesteren. Als we de hersenen uit de schedel van een mens verwijderen en kunstmatig in leven houden, gaan ze op dezelfde manier door met kletsen. Het doet er niet toe dat ze nu niet langer met de arme ziel die ervan te lijden had verbonden zijn; de hersenen dromen nog steeds. Nu het brein aan machines is gekoppeld, droomt het nog steeds, het heeft nog voorstellingen, angsten, het projecteert nog, het hoopt, probeert dit of dat te zijn. En het heeft er geen flauw benul van dat het nu niets kan doen; de persoon met wie het verbonden was, is er niet langer. Vastgemaakt aan mechanische middelen, kan dit brein duizenden jaren in leven gehouden worden, en het zal almaar door blijven kletsen – over dezelfde dingen, omdat we nog niet in staat geweest zijn het iets nieuws te leren. Als we het eenmaal nieuwe dingen kunnen leren, zal het die nieuwe dingen herhalen.

In wetenschappelijke kringen heerst het denkbeeld dat het een grote verspilling is dat een man als Albert Einstein sterft en dat zijn hersenen dan eveneens met hem sterven. Als we het brein zouden kunnen redden en het in het lichaam van iemand anders zouden kun- nen implanteren, dan zou het brein doorgaan met func- tioneren. Het maakt niet uit of Albert Einstein in leven is of niet; dat brein zal doorgaan na te denken over de relativiteitstheorie, over sterren en theorieën. Het idee is dat net zoals mensen voor hun dood bloed en ogen doneren, zij ook hun hersenen zouden moeten gaan schenken, zodat hun hersenen bewaard blijven. Als we het gevoel hebben dat het om een bijzonder brein gaat, een heel gekwalificeerd brein waarvan het pure verspilling zou zijn om het te laten afsterven, dan kunnen we tot transplantatie overgaan. Van de een of andere idioot kunnen we een Albert Einstein maken en die idioot zelf zal het nooit te weten komen – want binnen in de menselijke schedel is geen sprake van gevoel; je kunt wat dan ook veranderen en de man zal het nooit weten. Zorg alleen maar dat hij buiten bewustzijn is en verander in zijn brein wat je maar wilt – het hele brein kun je wijzigen – en hij wordt wakker met een nieuw brein en nieuw geklets, en hij heeft geen flauw vermoeden van wat er gebeurd is.

Met dit gebabbel worden we opgevoed en dat is fundamenteel verkeerd omdat het je slechts de helft van het proces bijbrengt over hoe de mind te gebruiken. Hij leert je niet hoe je hem kunt stoppen zodat hij ontspannen kan – omdat hij zelfs tijdens je slaap door- gaat. Hij kent geen slaap. Zeventig, tachtig jaar werkt hij aan een stuk door.
Maar het is mogelijk een schakelaartje aan de mind te bevestigen en hem af te zetten als hij niet nodig is – wij noemen dat meditatie. Het is op twee manieren van nut: het geeft je een gevoel van vredigheid, het geeft een stilte, die je voordien nooit hebt ervaren, en je maakt kennis met jezelf, wat tengevolge van de kletspraat van de mind nu niet mogelijk is. Hij heeft je altijd al beziggehouden.
Ten tweede zal het de mind ook rust gunnen. En als we het denken rust kunnen geven, is het beter in staat dingen efficiënter, intelligenter te doen. Dus het voordeel is tweeledig – voor de mind en voor je wezen – je moet gewoon leren hoe de mind stop te zetten, hoe je ertegen zegt: ‘Nu is het genoeg; ga slapen. Ik ben wakker, wees niet bezorgd.’
Gebruik de mind als dat nodig is – dan is hij fris, jong, vol energie en leven. Dan is wat je ook zegt niet alleen maar droge kost; maar is het sprankelend, vol autoriteit, vol waarheid, eerlijkheid en heeft het reusachtige betekenis. Je gebruikt misschien dezelfde woorden, maar nu heeft de mind door te rusten zoveel kracht opgedaan, dat elk woord dat hij gebruikt gloedvol wordt en aan betekenis heeft gewonnen.

Wat in de wereld als charisma bekend staat, komt simpelweg door een mind die zich weet te ontspannen, die toelaat dat zich energie verzamelt. Wat dan gesproken wordt is poëzie, wat dan gesproken wordt is waarheid. Als hij spreekt, hoeft hij geen bewijs of logica aan te voeren – de eigen energie is al genoeg om de mensen te beïnvloeden. En de mensen hebben altijd geweten dat dit bestaat, hoewel ze nooit in staat zijn geweest om exact en heel nauwkeurig aan te geven wat het is wat men charisma noemt.
Ik vertel jullie wat charisma is, omdat ik het uit eigen ervaring ken. Een mind die dag en nacht aan het werk is kan niet anders dan zwak worden, suf, niet in staat indruk te maken, zodat hij zich op de een of andere manier voortsleept. Hij is hoogstens nuttig. Als je groenten gaat kopen, dan is hij nuttig. Maar tot meer dan dat is hij niet in staat. Zo komt het dat ontelbare mensen die charismatisch zouden kunnen zijn, arm blijven, niet in staat indruk te maken, geen enkele autoriteit bezitten en krachteloos zijn.
Als het mogelijk is – en het ís mogelijk – de mind tot stilte te brengen en hem alleen te gebruiken als het nodig is, dan krijgt hij een meeslepende kracht. Hij heeft zoveel energie verzameld dat ieder woord dat hij uitbrengt rechtstreeks zijn weg naar je hart vindt.
Mensen denken dat de mind van charismatische persoonlijkheden hypnotisch is; nee, hun mind is niet hypnotisch. Ze zijn werkelijk zo krachtig, zo fris… het is altijd lente.

Dit voorzover het de mind betreft. Wat het wezen aangaat, opent de stilte een nieuw universum van eeuwigheid, van onsterfelijkheid, van al wat je maar aan zegening, aan gelukzaligheid kunt bedenken. Vandaar dat ik er de nadruk op leg dat meditatie de waarachtige religie is – de enige religie. Niets is er verder nog nodig. Al het andere is niet-wezenlijk ritueel. Meditatie is precies de kern, het puur wezenlijke. Niets kun je eruit wegsnijden.
En het geeft je beide werelden. Het geeft je de andere wereld – het goddelijke, de wereld van goddelijkheid – en het geeft je ook deze wereld. Dan ben je niet arm. Je hebt een rijkdom – maar een die niet uit geld bestaat. Vele soorten rijkdom bestaan er, en degene die rijk is vanwege zijn geld staat onder aan de ladder waar het de categorieën van rijkdom betreft. Laat ik het zo zeggen: de man van rijkdom is de armste rijkaard. Bekijken we het vanuit het gezichtspunt van de arme, dan is hij de rijkste armoedzaaier. Van de kant van een creatieve kunstenaar bekeken, van een danser, een musicus, een wetenschapper, is hij de armste rijkaard. En voorzover het de wereld van het ultieme ontwaken betreft, kan hij zelfs niet rijk genoemd worden.
Meditatie maakt je uiterst rijk door je de wereld van je diepste innerlijk wezen te geven, en ook relatief rijk, omdat het de krachten van je mind loslaat op de talenten die je hebt. Mijn eigen ervaring is dat iedereen met een bepaald talent wordt geboren, en dat als hij zich niet volledig in dat talent uitleeft, het hem aan iets blijft ontbreken. Steeds zal hij maar blijven voelen dat er op de een of andere manier iets aan hem ontbreekt dat er wel zou moeten zijn.

Gun de mind een rustpauze –hij heeft het nodig! En het is zo simpel: word alleen maar een waarnemer. En het geeft je beide. Langzaam maar zeker gaat de mind leren stil te zijn. En als hij eenmaal weet dat hij door stil te zijn krachtig wordt, dan zijn de woorden niet langer zomaar woorden. Ze zijn van een geldigheid en een rijkdom en een kwaliteit die ze nooit tevoren bezaten, zo zeer zelfs dat ze trefzeker zijn, als pijlen. Ze schieten de hinderpalen van de logica voorbij en reiken tot diep in het hart.
Dan is de mind, in handen van de stilte, een goede dienaar van onmetelijke kracht. Dan is het wezen de meester, en de meester kan de mind gebruiken wanneer dat nodig is en hij kan hem ook steeds, wanneer hij niet nodig is, uitschakelen.

Osho: Apotheek voor de ziel p.35-43.

Lach je zorgen weg

Laat, terwijl je gewoon rustig zit, een giechel vanuit het diepst van je wezen ontstaan, alsof je hele lichaam giechelt of lacht. Begin met dat lachen mee te schommelen en laat het zich uitbreiden van de buik tot je hele lichaam – je handen lachen, je voeten lachen, geef je er als een dwaas aan over. Twintig minuten lang almaar lachen. Als het luidruchtig wordt, hard, laat het maar gaan. Als het lachen zachtjes is, doe het dan nu eens zacht, dan weer luid, maar doe het twintig minuten.


Ga dan op de grond of op de vloer liggen; uitgespreid op de vloer, met je gezicht naar beneden. Als het buiten warm is en je kunt het in de tuin doen, op de aarde, dan is dat nog beter. Als je het naakt kunt doen, des te beter. Maak contact met de aarde, het hele lichaam ligt daar op de aarde, en voel gewoon dat de aarde de moeder is en jij het kind bent. Verlies je in dat gevoel.

Twintig minuten lachen, dan twintig minuten aarden, in een diep contact met de aarde. Adem met de aarde en voel je één met de aarde. We komen van de aarde en eens op een dag zullen we tot de aarde terugkeren. Na die twintig minuten van opladen – omdat de aarde zo veel energie geeft dat je dans van een andere kwaliteit wordt – dans dan twintig minuten lang… zomaar een dans. Zet muziek aan en dans.

Als dit moeilijk is, het koud is, kun je het binnenskamers doen. Of als het zonnig is, doe je het buiten en als het heel erg koud is, sla dan een deken om. Vind er hoe dan ook iets op, maar blijf ermee doorgaan, en binnen zes tot acht maanden zul je zien dat er zich vanzelf grote veranderingen voordoen.

Osho: Apotheek voor de ziel, p. 33-34.

Zeg alleen maar ‘ja’

Onze grondhouding is ‘Nee’. Waarom? Omdat ‘nee’ je een gevoel geeft dat je iemand bent. De moeder heeft het gevoel dat ze iemand is – ze kan nee zeggen. Iets wordt ontzegd, het ego van het kind is gekwetst en het ego van de moeder is voldaan. ‘Nee’ is ego- vervullend; het is voeding voor het ego, vandaar dat we ons erin oefenen om nee te zeggen.
Waar je in het leven ook maar heengaat, overal kom je neezeggers tegen, omdat je met nee voelt dat je gezag hebt – je bént iemand, je kunt nee zeggen. Als je zegt ‘Ja, meneer’, zorgt dat ervoor dat je je minderwaardig voelt; je het gevoel hebt dat je iemands ondergeschikte bent, een niemand. Alleen dan zeg je ‘Ja, meneer’. Ja is positief en nee is negatief.
Onthoud dit: nee is ego-vervullend, ja is de methode om het zelf te ontdekken. Nee versterkt het ego; ja vernietigt het. Ga eerst eens na of je ja kunt zeggen. Kun je geen ja zeggen, is het onmogelijk om ja te zeggen, alleen dan zeg je nee.
Onze manier van doen is daarentegen allereerst nee te zeggen; pas als het onmogelijk is om nee te zeggen, alleen dan zeggen we ja, maar met een ver- slagen houding.

Probeer het eens op een dag. Doe jezelf de belofte dat je vierentwintig uur lang gaat proberen in iedere situatie met ja te beginnen. Bekijk eens wat een diepe ontspanning je dat geeft.
Doodgewone dingen! Het kind vraagt of het naar de film mag. Hij gaat sowieso; jouw nee heeft niets te betekenen. Integendeel, jouw nee wordt een uitnodiging, jouw nee maakt het nog aantrekkelijker, omdat het kind, als jij je ego voedt, ook zal proberen het zijne te versterken. Hij zal proberen om tegen jouw nee in te gaan en hij weet best manieren om van jouw nee een ja te maken, hij weet hoe hij dat moet regelen. Hij weet dat er maar een klein beetje moeite voor nodig is, een beetje aandringen en jouw nee wordt ja.
Probeer eens vierentwintig uur op alle mogelijke manieren met ja te beginnen. Je zult er veel moeite mee hebben, omdat je dan gaat inzien dat het nee onmiddellijk voorop gaat. Bij alles komt het nee als eerste – dat is de gewoonte geworden. Gebruik het niet; gebruik ja, en merk hoe het ja je ontspanning heeft gegeven.

Juist denken betekent beginnen met ja. Het betekent niet dat je geen nee kunt gebruiken; het betekent alleen maar met ja beginnen. Neem een instelling van ja zeggen aan. En als het echt onmogelijk is, zeg dan pas nee. Je vindt heus niet veel dingen om nee op te zeggen, als je met ja begint. Als je begint met nee, vind je echt niet veel aanleiding meer om ja te zeggen. Bij het beginpunt staat negentig procent al vast. Je begin kleurt alles, zelfs de uitkomst.
Juist denken betekent denken, maar wel denken met een meevoelende mind. Denk met een ja-zeggende mind.

Osho: Apotheek voor de ziel p. 31-33.

Anonieme nagelbijters

Wanneer je een overmaat aan energie hebt en je weet niet wat je ermee moet beginnen, ga je op je nagels bijten of sigaretten roken. Het is hetzelfde – nagelbijten of sigaretten roken. Je begint zomaar wat, louter en alleen om bezig te blijven. De energie is er nu eenmaal en het is te veel om het te kunnen uithouden. Als de mensen het veroordelen, zo van ‘dit is stress’, dan ga je het nog meer onderdrukken. Je bent niet eens vrij om op je nagels te bijten! Het zijn jouw nagels en je mag er niet eens op bijten. Daar weten we wel trucjes op – kauwgom kauwen …dat zijn verfijnde foefjes: geen mens die er veel bezwaar tegen heeft. Als jij een sigaretje rookt, zal niemand zich daar erg aan storen. Wel, nagelbijten is minder schadelijk – eigenlijk volkomen onschadelijk. Het is een onschadelijk genoegen. Het staat een beetje lelijk en ook een beetje kinderachtig, maar meer ook niet. En toch probeer je het achterwege te laten.

Je moet leren meer energetisch te leven, dat is alles, dan verdwijnen al dit soort zaken. Je moet meer dansen, meer zingen, meer zwemmen, en ga eens lange wandelingen maken. Gebruik je energie op creatieve manieren. Ga van het minimum naar het maximum. Leef het leven intenser. Als je vrijt, vrij dan wild, niet gewoon als een dame – dat betekent op een laag pitje. Een ‘dame’ wil zoveel zeggen als iemand die op het minimum leeft, of die niet werkelijk leeft, maar die net doet alsof. Wees wild! Je bent nu niet langer een kind, dus het staat je vrij om een lastpost te zijn op je eigen manier. Spring, zing en jog!
Probeer dit gewoon een paar weken en je zult raar staan te kijken: het nagelbijten verdwijnt als sneeuw voor de zon. Nu heb je heel wat interessanter dingen te doen – wie maakt zich druk over zijn nagels? Kijk altijd naar de oorzaak en bekommer je niet te veel om het symptoom.

Osho: Apotheek voor de ziel p. 30-31.

Seksenergie in andere banen leiden 

Zit rechtop – op een stoel of op de vloer – de ruggengraat recht maar losjes en niet gespannen. Haal langzaam en diep adem. Wees niet gehaast; blijf heel langzaam inademen. Eerst komt de buik omhoog; je gaat door met inademen. Daarna komt de borst omhoog en dan voel je ten slotte dat de lucht zich heeft uitgebreid tot aan je hals. Houd dan voor een moment of twee de adem in, zo lang als het je lukt zonder te forceren, adem dan uit.
Adem ook heel langzaam uit maar in tegengestelde volgorde. Als de buik leeg is geworden, trek je buik dan in zodat alle lucht eruit gaat. Dit moet precies zeven keer gedaan worden. 


Zit dan stil en begin te herhalen: ‘Om…om…om.’ Terwijl je ‘Om’ herhaalt, concentreer je je op de plaats van het derde oog tussen de twee wenkbrauwen. Vergeet de ademhaling en blijf doorgaan te herhalen: ‘Om…om…om’, op een slaapverwekkende manier, zoals een moeder een slaapliedje zingt om te zo gen dat het kind in slaap valt. Houd de mond gesloten, zodat de tong je verhemelte raakt en al je concentratie gericht is op het derde oog. Doe dit maar twee of drie minuten; dan voel je dat heel je hoofd ontspannen raakt.

Als de ontspanning gaat beginnen, voel je vanbinnen onmiddellijk dat gespannenheid van je afglijdt, dat er een spanning verdwijnt. Breng dan je concentratie omlaag naar de keel; blijf ‘Om’ herhalen, maar met je concentratie op de keel gericht. Dan merk je dat je schouders, je keel en je gezicht zich ontspannen en dat de spanning verdwijnt als een last die van je afvalt; je wordt gewichtloos. 

Laat je dan dieper wegzakken, terwijl je de concentratie richt op je navel en je doorgaat met ‘Om’. Je gaat dieper en dieper en dieper. Dan kom je tenslotte bij het sekscentrum terecht. Dit neemt hoogstens tien of vijftien minuten in beslag, dus kalm aan doen; er is geen haast bij. 

Als je bij het sekscentrum bent aangekomen, is het hele lichaam ontspannen en je voelt een gloed alsof een aura of een of ander licht je omgeeft. Je bent vol energie maar de energie is als een reservoir; vol energie maar zonder rimpelingen. Dan kun je zolang als je wilt in die toestand blijven zitten. 

De meditatie is voorbij; nu zit je er gewoon van te genieten. Stop met ‘Om’ zeggen en zit gewoon. Als je het prettig vindt, kun je gaan liggen, maar door van houding te veranderen zal de toestand vlugger verdwijnen; blijf liever nog even zitten en geniet ervan. 

Het punt waar het om gaat is: als je lichaam te gespannen wordt, wat daarvan de oorzaak ook mag zijn, doe dit dan gewoon en dan bezorgt het je totale ontspanning. 

Osho: Apotheek voor de ziel, p. 28-29.

Geluidloze stilte

Er bestaat een stilte die alleen komt wanneer je jezelf helemaal niet onder controle hebt; ze daalt in je. Dus moet je dit goed onthouden – dat je door je beheersing je energie afleidt. De mind is een grote dictator, hij tracht alles te beheersen. En als hij iets niet kan beheersen, verloochent hij het; hij zegt dat het niet bestaat.

Doe deze meditatie iedere avond voor je gaat slapen. Ga in bed zitten, doe het licht uit – je bent klaar met wat je ook maar van plan was, omdat je na afloop van de meditatie simpelweg in slaap moet vallen. Dan moet je niets doen; de ‘doener’ moet na de meditatie geen toegang krijgen. Ontspan je gewoon en ga slapen, want slaap kómt ook wel – je hebt die niet in je macht. Slaap heeft één eigenschap die bijna is als meditatie – stilte – in zoverre dat hij eenvoudigweg komt. Dat is er de oorzaak van dat veel mensen aan slapeloosheid lijden – zelfs dat proberen ze te regelen; vandaar het probleem. Je hebt er helemaal geen vat op. Je kunt alleen maar wachten; je kunt alleen in een ontspannen, ontvankelijke stemming zijn.

Na deze meditatie moet je je dus enkel ontspannen en in slaap vallen, zodat er continuïteit is en de meditatie in je blijft doorstromen. De hele nacht door zal de vibratie er zijn. Als je ‘s ochtends je ogen opendoet, voel je dat je op een volkomen andere manier geslapen hebt. Er heeft een kwalitatieve verandering plaatsgevonden, het was niet zomaar alleen slaap: iets anders was aanwezig, dieper dan slaap. Je bent door iets overgoten en je weet niet wat het is en in wat voor categorie je dat moet onderbrengen.


De meditatie is heel eenvoudig. Ga in bed zitten, ontspan het lichaam, sluit je ogen en stel je alleen maar voor dat je verdwaald bent in een bergachtige streek. Het is pikkedonker, de maan staat niet aan de hemel en de lucht is zwaar bewolkt. Je kunt zelfs geen enkele ster ontwaren – er heerst absolute duisternis – je kunt geen hand voor ogen zien. Je bent in de bergen verdwaald en het is heel moeilijk je weg te vinden. Er dreigt allerlei gevaar – je kunt ieder ogenblik in een of andere kloof, in een of andere afgrond vallen en je bent voor altijd verdwenen. Daarom tast je heel behoedzaam in het rond. Je bent uiterst alert omdat het gevaar ontzaglijk is, en als er kolossaal gevaar is moet je wel heel alert zijn.

De verbeelding van de duistere nacht en de bergachtige streek dient ervoor om een hele gevaarlijke situatie te scheppen. En jij bent heel alert; er kan geen speld vallen of je hoort het. En dan ineens kom je bij een steile rotswand. Je voelt dat er nu geen weg voor- uit meer is en je weet maar nooit hoe diep de afgrond is. Daarom pak je een rotsblok en je gooit hem in de afgrond, gewoon om te zien hoe diep die is. Al luisterend wacht je op de knal als het rotsblok op andere rotsen valt. Luisteren, luisteren en nog eens luisteren. Maar de knal blijft uit – het lijkt alsof het een bodemloze afgrond is. Juist omdat je almaar blijft luisteren, word je door grote angst bevangen, en door die angst ontsteekt je bewustzijn uiteraard in vuur en vlam.

Zorg dat het allemaal werkelijk jouw verbeelding is. Je gooit het rotsblok en je wacht af. Je luistert en je luistert maar; je wacht met bonzend hart, maar er komt geen geluid. Het is stiller dan stil. Val in die stilte in slaap. Val in die geluidloze stilte in slaap.

Osho: Apotheek voor de ziel, p. 23-26.

Image by Souvick Ghosh from Pixabay.

Spanning opbouwen

Meditatie is dé sleutel tot bevrijding, tot vrijheid, tot wijsheid. Meditatie is de soort ervaring die ertoe leidt je leven met een heel andere kwaliteit te leven.
Meditatie is een sleutel, een passe-partout waarmee je je eigen innerlijk kunt ontsluiten. En je hebt die sleutel; het bestaan heeft je niet zonder sleutels in de wereld gezet. Maar je moet die sleutels gebruiken, je moet ze in het slot steken en omdraaien. Eerst spanning opbouwen, dan ontspannen en gaan slapen.

Ga iedere avond voor je naar bed gaat, midden in de kamer staan – precies in het midden – en maak je lichaam zo stijf en zo gespannen mogelijk, bijna zo dat je als het ware uit elkaar zou kunnen barsten. Doe dit twee minuten lang en ontspan je dan staande twee minuten. Doe dit spannen en ontspannen twee- of driemaal en ga dan gewoon slapen.

Dus in het hele lichaam moet de spanning zo hoog mogelijk worden opgevoerd. Daarna moet je niets anders doen, dus de hele nacht gaat die ontspanning in je steeds dieper en dieper.

Osho: Apotheek voor de ziel. p. 23.

De buik ontspannen

Wanneer je ’s morgens stoelgang hebt gehad, neem dan daarna een droge ruwe handdoek en wrijf daar- mee over je buik. Trek de buik in en wrijf stevig. Begin in de rechter hoek en maak een ronddraaiende beweging – ga precies om de navel heen, maar raak de navel niet aan – flink wrijven zodat het je een goede massage geeft. Trek de buik in zodat alle darmen gemasseerd worden. Doe het steeds wanneer je stoelgang hebt – tot twee of drie keer per dag.

Ten tweede: overdag tussen zonsopgang en zonsondergang – nooit ’s nachts – haal je zo diep adem als je maar kunt, zo vaak als mogelijk is. Hoe vaker je ademhaalt hoe beter, en hoe dieper je ademhaalt hoe beter. Knoop een ding goed in je oren: het moet buikademhaling zijn en geen borstademhaling, zodat bij het inademen de buik omhoog gaat – niet de borst. Als je inademt zet de buik uit, en als je uitademt trekt de buik in. Laat de borst erbuiten alsof hij er niets mee te
maken heeft. Haal alleen maar adem vanuit de buik, zodat dat de hele dag een subtiele massage is.

Kijk hoe een klein kind ademt… dat is de juiste en natuurlijke manier van ademen. De buik gaat op en neer en de borst blijft volkomen onaangedaan door de luchtcirculatie. Zijn hele energie is geconcentreerd in de buurt van zijn navel.
Langzaam maar zeker verliezen wij het contact met de navel. We raken steeds meer vast in het hoofd en de ademhaling wordt oppervlakkig. Dus steeds wanneer je er overdag aan denkt, adem dan zo diep als mogelijk is in – maar maak gebruik van je buik.

Iedereen haalt tijdens de slaap op de juiste manier adem, omdat dan de mind die altijd tussenbeide komt er niet is. De buik gaat op en neer en de ademhaling wordt automatisch diep; je hoeft hem niet te dwingen om diep te gaan. Blijf gewoon natuurlijk en de ademhaling wordt diep. De diepte is het gevolg van het feit dat hij natuurlijk is.

Osho: Apotheek voor de ziel p. 21-22.

Alleen je romp

Ga elke avond in een stoel zitten en laat je hoofd achterover vallen, ontspannen en in rust. Je kunt een kussen gebruiken zodat je in een toestand van rust zit en er geen spanning op je nek staat. Laat dan je onderkaak los – gewoon je kaak ontspannen zodat je mond een beetje opengaat – en begin door de mond adem te halen, niet door de neus. Maar je moet geen verandering in je ademhaling brengen, het moet de gewone ademhaling zijn – natuurlijk. De eerste ademhalingen zullen een beetje hectisch zijn. Langzaamaan komt de ademhaling tot rust en het ademhalen zal heel ondiep worden. De adem gaat heel luchtigjes in en uit; zo moet het ook. Houd de mond open, ogen dicht en rust.

   Romeinse torso

Begin dan te voelen dat je benen losraken, alsof ze bij je worden weggehaald, losgebroken bij de gewrichten. Voel alsof ze bij je worden weggehaald – ze zijn los gesneden – en stel je dan voor dat je alleen maar het bovenlichaam bent. De benen zijn er niet meer. Dan de handen: denk je in dat beide handen losra- ken en van je worden weggehaald. Het kan zelfs zo zijn dat je binnenin iets als een ‘klik’ hoort als ze afbreken. Je bent niet langer in het bezit van je handen; ze zijn dood, weggenomen. Dan blijft alleen maar de romp over.
Richt dan je aandacht op het hoofd – denk dat het wordt weggenomen, dat je onthoofd wordt, dat het weggebroken is… Laat het dan los: waarheen het zich ook keert – rechts of links – je kunt niets doen. Laat het gewoon los; het is weg. Dan heb je niet meer dan je romp. Voel dat je alleen dit nog maar bent – deze borst en buik, dat is alles.

Doe dit minstens twintig minuten en ga dan slapen. Je moet dit vlak voor het slapengaan doen, doe het minstens drie weken. Je rusteloosheid komt tot bedaren. Door deze delen af te zonderen, blijft alleen het wezenlijke over zodat je hele energie zich in het wezenlijke deel begeeft. Dat wezenlijke deel ontspant zich en de energie begint weer in je benen, je handen en in je hoofd te vloeien, dit maal meer in een onder ling goede verhouding.

Osho: Apotheek voor de ziel p. 17-19.

Het pantser afleggen

Je draagt een pantser om je heen. Het is alleen maar een pantser en dat klampt zich niet aan jou vast, jij bent het die je daaraan vastklampt. Dus wanneer je je daarvan bewust wordt, kun je het simpelweg laten vallen. Dit pantser is een dood ding, als je het niet draagt verdwijnt het. Het is niet alleen dat je het draagt, je onderhoudt en voedt het ook aan één stuk door.


Ieder kind is één en al beweging. Hij heeft geen geblokkeerde delen in zich; het hele lijfje is één organisch geheel. Het hoofd is niet belangrijk en daar staat tegenover dat de voeten niet onbelangrijk zijn. In feite bestaat er geen verdeling; er zijn geen grenzen. Maar langzamerhand beginnen er begrenzingen te komen. Dan wordt het hoofd de meester, de baas, en het hele lichaam wordt in parten opgedeeld. Enkele delen worden door de gemeenschap geaccepteerd en andere delen niet. Enkele delen zijn voor de gemeenschap gevaarlijk en moeten zo goed als vernietigd worden. Dat schept het hele probleem. Je moet in de gaten houden waar je in het lichaam beperkingen voelt.

Nu kun je drie dingen doen. Eén: als je loopt of zit, of ook wanneer je niets doet, adem diep uit. De nadruk moet op uitademing liggen, niet op inademen. Dus adem goed uit – zoveel lucht als je maar kunt, gooi het eruit. Adem uit door de mond, maar doe het langzaam zodat het tijd kost. Hoe meer tijd het neemt hoe beter, omdat het dan dieper gaat. Als alle lucht binnenin je lichaam eruit gegooid is, ademt het lichaam in; jij hoeft dat niet te doen. De uitademing moet langzaam en diep zijn en de inademing snel. Dit zal een verandering teweeg brengen in het pantser rond je borst.

Het tweede: als je een beetje kunt gaan hardlopen, kan dat nuttig zijn. Geen kilometers, eentje is wel genoeg. Houd alleen maar voor ogen dat er een last van je benen verdwijnt, alsof hij ervan afvalt. Benen dragen het pantser wanneer je vrijheid te veel is ingeperkt; als er tegen je gezegd is, doe dit wel en doe dat niet; wees wel zus en wees niet zo; ga hier wel en daar niet heen. Dus ga hollen, en al hollende moet je ook meer aandacht aan het uitademen besteden. Als je eenmaal de macht over je benen en hun beweeglijkheid hebt teruggekregen, komt er een geweldige energiestroom op gang.

Het derde is: als je je ’s avonds bij het naar bed gaan uitkleedt, stel je dan tijdens dat uitkleden voor dat je niet alleen je kleding aflegt, maar ook je pantser. Doe het echt! Leg het af, haal goed diep adem en ga dan helemaal ontwapend slapen, met niets aan je lijf en geen enkele beperking.

Osho: Apotheek voor de ziel p.15-17.

Image: Japanese beetle by rfotostock from Pixabay.

Energiestroom

Energie stroomt altijd in de richting van een voorwerp van liefde. Dus wanneer je voelt dat de energie ergens stokt, is dit het geheim dat kan maken dat ze weer gaat stromen. Zorg dat je een voorwerp van liefde vindt. Het doet er niet toe wat het is; dat is alleen maar een uitvlucht. Als je een boom heel liefdevol kunt aanraken, begint de energie te stromen, omdat energie zich daar- heen uitstort waar liefde te vinden is. Het is net zoals met water dat naar beneden stroomt, zodat – waar de zee ook is – het water het zeeniveau zoekt en daarheen blijft gaan. Daar waar liefde is, zoekt energie het ‘liefdesniveau’ – ze blijft in beweging.


Massage kan nuttig zijn; als je een massage vol liefde geeft, kan het helpen. Maar van alles kan helpen. Neem een steen met intense liefde in je hand en voel je daar diep mee verbonden. Sluit je ogen en voel intense liefde voor de steen – dankbaar voor het bestaan van de steen en dankbaar dat hij je liefde aanvaardt. Plotseling merk je dat er een trilling is en de energie beweegt. En op de lange duur is er helemaal geen voorwerp meer nodig, echt niet – het idee alleen al dat je van iemand houdt, brengt de energie op gang. Dan kun je zelfs dat idee laten vallen; alleen al doordat je liefdevol bent stroomt de energie. Liefde is stroming, en als we bevroren zijn, komt dat doordat we gebrek aan liefde hebben. Liefde is warmte, en bevriezing is niet mogelijk als er warmte is. Als er geen liefde is, is alles koud. Je zakt af tot onder het nulpunt.

Heel belangrijk om te onthouden is dit: liefde is warm, maar haat is dat ook. Onverschilligheid is kil. Zelfs wanneer je haat, komt er soms een energiestroom op gang. Natuurlijk is dat een destructieve stroming. Bij woede begint er energie te stromen – daardoor komt het dat mensen zich hoe dan ook na woede goed voelen. Ze hadden een uitlaatklep. Het is heel destructief – en het had creatief kunnen zijn als het er door liefde was uitgelaten, maar het is beter dan wanneer de energie niet zou zijn vrijgekomen.
Als je onverschillig bent, is er geen stroming in je. Daarom is iets dat je doet smelten en waarvan je warm loopt, goed. Het is niet de massage die werkt, het is je betrokkenheid, je liefde. Probeer nu hetzelfde met een steen: masseer de steen alleen maar en kijk wat er gebeurt. En wees een en al liefde – probeer het bij een boom. Als je voelt dat het gebeurt, zit je enkel stil en probeer het. Denk aan iemand van wie je houdt – een man, een vrouw, een kind of een bloem. Stel je die bloem voor – alleen het idee al – en ineens zie je dat er energie stroomt.

Laat dan ook dat denkbeeld vallen. Op een dag ga je heel stil zitten, alleen maar in een staat van liefde – niet gericht, tot niemand in het bijzonder. Zit gewoon stil in een liefdevolle stemming, een en al liefde en dan zul je zien dat zij stroomt. Dan ken je de sleutel. Liefde is de sleutel. Liefde is de stroom.

Osho: Apotheek voor de ziel p. 26-28.

Image by Abel Escobar from Pixabay