Leven in het Hier en Nu

95% van de rampen waar mensen bang voor zijn of over piekeren gebeuren helemaal niet, en die laatste 5 % wordt lang niet zo erg als ze het zich voorstellen.

‘De hele onwetendheid van de mind bestaat hierin dat hij niet in het heden is. Denken is altijd in beweging: naar de toekomst, of naar het verleden. Denken is nooit hier en nu. Dat kan het niet zijn. De aard van het denken is zodanig dat het niet in het heden kan zijn, omdat de mind moet denken, en in het huidige moment is er geen mogelijkheid om te denken. Je moet zien, je moet luisteren, je moet aanwezig zijn, maar je kunt niet denken. Het huidige moment is zo smal dat er geen ruimte is om te denken. Je kunt zijn, maar gedachten kunnen niet zijn. Hoe kun je denken? Als je denkt, betekent het dat het al voorbij is, het moment is voorbij. Of je kunt denken als het nog niet gekomen is, het is in de toekomst.

Voor denken is ruimte nodig, want denken is als een wandeling — een wandeling van de geest, een reis. Er is ruimte nodig. Je kunt naar de toekomst lopen, je kunt naar het verleden lopen, maar hoe kun je in het heden lopen? Het heden is zo dichtbij, eigenlijk niet eens dichtbij — het heden ben JIJ. Verleden en toekomst maken deel uit van de tijd; het heden ben JIJ, het maakt geen deel uit van de tijd. Het is geen tijd: het maakt helemaal geen deel uit van de tijd, het hoort niet bij de tijd. Het heden ben jij; verleden en toekomst staan buiten jou.

Het denken kan niet bestaan in het heden. Als je hier kunt zijn, totaal aanwezig, zal de mind verdwijnen. De mind kan verlangen, kan dromen – duizend en één gedachten dromen. Het kan zich verplaatsen naar het einde van de wereld, het kan zich verplaatsen naar het begin van de wereld, maar het kan niet hier en nu zijn — dat is onmogelijk voor het denken. De hele onwetendheid bestaat uit het niet weten hiervan. En dan maak je je zorgen over het verleden, dat er niet meer is — dat is absoluut dom. Je kunt niets aan het verleden doen. Hoe kun je iets doen aan het verleden dat er niet meer is? Er kan niets aan gedaan worden, het is al voorbij; maar je maakt je er zorgen over, en door je er zorgen over te maken, verspil je jezelf.

Of je denkt aan de toekomst, piekert en droomt en verlangt. Heb je ooit gemerkt? De toekomst komt nooit. Die kan niet komen. Wat komt is altijd het heden, en het heden is absoluut anders dan je angsten, verlangens, je dromen. Daarom gebeurt alles wat je wenst en droomt en verbeeldt en plant en waarover je je zorgen maakt, nooit. Maar het verspilt jezelf. Je blijft maar aftakelen. Je blijft maar sterven. Je energie beweegt zich voort in een woestijn, bereikt geen doel, vervliegt gewoon. En dan klopt de dood aan je deur. En onthoud: de dood klopt nooit aan in het verleden, en de dood klopt nooit aan in de toekomst; de dood klopt aan in het heden.

Je kunt niet tegen de dood zeggen: ‘Kom morgen!’ De dood klopt aan in het heden.
Het leven klopt ook in het heden aan. God klopt ook in het heden aan. Alles wat is, klopt altijd aan in het heden, en alles wat niet is, maakt altijd deel uit van verleden of toekomst.
Je denken is een valse entiteit omdat het nooit in het heden aanklopt. Laat dit het criterium van de werkelijkheid zijn: wat is, is altijd hier en nu; wat niet is, is nooit een deel van het heden. Laat al datgene vallen wat niet in het nu aanklopt. En als je in het nu beweegt, opent zich een nieuwe dimensie – de dimensie van de eeuwigheid.’

Osho: And the Flowers Showered # 7