Jezus is een vuurzee

Over de mysticus Jezus volgens het Thomas Evangelie

Jezus zei:
‘Wie dicht bij me is,
zit dicht bij het vuur,
en wie ver van me af staat,
is ver verwijderd van het koninkrijk.’

De mens is een geboren slaaf, en dat blijft hij zijn leven lang – een slaaf van zijn verlangens, van zijn wellust, een slaaf van zijn lichaam of zijn geest, maar hoe dan ook, hij blijft een slaaf. Vanaf het moment dat je wordt geboren tot het moment van je dood voer je een lange strijd tegen de slavernij.
En religie bestaat uit vrijheid. Religie betekent vrijheid, vrijheid van iedere slavernij. Maar de mens blijft maar spelletjes spelen met zichzelf, zichzelf bedotten, omdat dat zo gemakkelijk is.

Het is heel moeilijk volkomen vrij te zijn. Daarvoor is een centrum nodig. En op dit ogenblik heb je geen centrum, je bent geen uitgekristalliseerd wezen – je bent gewoon een chaos. Misschien ben je zoiets als een vergadering, maar je lijkt niet op een individu.
Als seks de voorzittersstoel inneemt, word je seks; als boosheid in de stoel zit, word je boosheid; neemt  liefde de stoel in, dan word je liefde. Wat er op een bepaald moment ook maar sterk in je leeft, daar ga je in mee. En die voorzitter verandert steeds, want zodra een verlangen tijdelijk bevredigd is, wordt het uit de voorzittersstoel geduwd. En dan wordt een ander verlangen, dat er direct op volgde, dorstig, hongerig, eisend, tot voorzitter. En je vereenzelvigt je met elk verlangen, met elke slavernij.

Die vereenzelviging is de grondoorzaak van alle slavernij en pas als de vereenzelviging verdwijnt word je vrij. Vrijheid betekent dat je je niet langer vereenzelvigt met je lichaam, je geest of je hart, of hoe je het ook noemen wilt. Dat moet je in de eerste plaats begrijpen, dat de mens als slaaf wordt geboren. Hij wordt geboren, schreeuwend en huilend om een paar verlangens die vervuld moeten worden. En zo blijft het je leven lang – je huilt om het een of om het ander. Dat houdt pas op als je dood bent.

Je hele leven is één lange kreet – daarom is er zoveel leed. Religie geeft je de sleutel tot je vrijheid, maar omdat je een slaaf bent en die slavernij gerieflijk en comfortabel is, schep je schijnreligies die je geen enkele vrijheid geven, alleen nieuwe soorten slavernij. Het christendom, het hindoeïsme, het boeddhisme en de islam zijn in hun huidige georganiseerde en starre vorm een nieuw soort gevangenis.

Jezus betekent vrijheid, Mohammed betekent vrijheid, Krishna betekent vrijheid, Boeddha betekent vrijheid, maar het boeddhisme, de islam, het christendom en het hindoeïsme niet – ze zijn schijn. Je schijnreligies hebben nog meer slavernij tot gevolg en er verandert niets in je.
Je gaat naar de tempel… Ben je ooit werkelijk naar de tempel gegaan? Het is een schijnreligie, alleen maar om anderen te laten zien dat je religieus bent. Maar helpt dat? De tempel wordt ook een slavernij – rituelen zijn ook slavernij. Dan buit die priester je ook uit, want hij kent je zwakheid.

Het grootste spel spelen we met religie, en het spel bestaat hieruit dat we uit vrijheid ketens hebben gesmeed. Daarom zijn mensen als Jezus en Krishna gevaarlijk: ze geven je geen schijnleven, ze geven je het ware leven. Daarom zegt Jezus:

‘Wie dicht bij me is
zit dicht bij het vuur…’

Welk vuur bedoelt hij? Het vuur waarin je niet kunt blijven. Je moet volkomen verdwijnen. Die menigte die je bent, mag niet blijven, want die maakte je ongelukkig, daaruit ontstond al je ellende en je angst. De menigte moet verdwijnen en opgaan in een uitgekristalliseerd centrum.

Vuur is een term uit de alchemie; alles wat gekristalliseerd moet worden, moet door het vuur gaan. Als je iets van goud wilt maken, moet je het goud door het vuur laten gaan. Eerst moet het vloeibaar worden, dan wordt het gezuiverd – het wordt zuiver goud – en dan kun je het tot iets anders smeden. Maar het moet door het vuur.
En hetzelfde overkomt een discipel: de meester is een vuur en je moet volkomen vloeibaar worden zodat al het verkeerde wordt verbrand en al het goede vloeibaar wordt en één. Dan word je uitgekristalliseerd.

Eerst is een meester een vuur en daarna ervaar je door hem een eindeloze koelte. Maar het begin is vurig, en dat schept angst. Het is moeilijk naar Jezus toe te gaan; je komt in de buurt van vuur, en hoe meer je het nadert, het sterker het gevoel wordt dat je brandt. Als een discipel werkelijk dichtbij komt – een discipel verzamelt moed en komt steeds dichterbij en laat het vuur zijn werk doen – dan gaat hij door een vuurzee.
Jezus is een vuurzee.

Uit Osho: Het mosterdzaad #16
Bron: Osho Dancing Buddhas

Image by Gerd Altmann from Pixabay.